Net als ik de slagerswinkel wil uitlopen, word ik op mijn schouder geklopt. 'Eh meneer, vergeet u niet iets?', zegt een aardig meisje van een jaar of twintig tegen mij, terwijl ze op een klein jongetje wijst dat voor de toonbank staat.
'Nee hoor', repliceer ik, 'hij hoort niet bij mij'. Een oudere mevrouw ziet haar kans schoon zich te mengen in dit kind-zoekt-ouder-mysterie. Zij vult in plat dialect aan, 'nee joh, die is van haaro' en ze wijst een jonge moeder aan die met de slager in gesprek is. 'O sorry' zegt het twintigjarige meisje tegen mij. 'Komt, ik dacht, hij heeft net zo'n stoere jas aan als u...'. Stoer loop ik de straat op.
'Nee hoor', repliceer ik, 'hij hoort niet bij mij'. Een oudere mevrouw ziet haar kans schoon zich te mengen in dit kind-zoekt-ouder-mysterie. Zij vult in plat dialect aan, 'nee joh, die is van haaro' en ze wijst een jonge moeder aan die met de slager in gesprek is. 'O sorry' zegt het twintigjarige meisje tegen mij. 'Komt, ik dacht, hij heeft net zo'n stoere jas aan als u...'. Stoer loop ik de straat op.
Reacties