Doorgaan naar hoofdcontent

Taart (deel 1: de sneue versie)


Zojuist een taart gebakken. Nou ja, een taart. Een droge cake-bodem met wat versiering erop. 8 Kaarsjes omdat 54 stuks te begrotelijk werden. In het midden mijn naam in plastic plakletters die ik volgend jaar weer kan gebruiken. Lekker makkelijk. 
Als je jarig bent op 7 januari dan vier je dat niet. Uberhaupt jarig zijn vier je niet, ben ik van mening. Heb nooit begrepen waarom mensen hun jaarlijkse geestelijke en lichamelijke aftakeling zoveel luister bij zetten. 'Gefeliciteerd man, je begint al lekker kaal te worden.' Of: 'nou man, van harte, heerlijk toch om soms je eigen telefoonnummer te vergeten?'
Als je, zoals ik, jarig bent één week na de jaarwisseling en twee weken na Kerst, kun je je verjaardag beter niet vieren. Vraagt men naar je cadeauwensen dan weet je, na de cadeau-lawines van Sint en Kerst, niet veel meer te bedenken dan 'zakdoeken en sokken'. Van die cadeaus voor sneue mannen die alles al hebben. En daar komt bij, de gasten die je uitnodigt bedanken voor elke lekkernij die je ze aanbiedt. 'Nee dank je, ik moet nodig miniseren na al die feestdagen.' Waarmee fijntjes aangegeven wordt dat het vandaag, op jouw verjaardag, geen feestdag is. Gevolg is dat ik tot diep in maart diepgevroren taart, verkleurde roompaté en zachte pinda's eet.
Vandaar dit jaar voor mij alsjeblieft geen feest en geen gasten. Maar jarig ben ik toch. Met een zelfgebakken versierde cake-bodem waarvan ik - en dat is nog best moeilijk - één grote punt snijd. Helemaal voor mezelf.

...wordt vervolgd!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...