Doorgaan naar hoofdcontent

De eerste


Ik had mijn tweede biertje net besteld, toen ik merkte dat er op de bar voor mij een koperen plaatje geschroefd was. 'Henk' stond erin gegraveerd. En daaronder stond 'In memoriam'. Met mijn duim probeerde ik het plaatje wat glans te geven. Henk kende ik niet overigens. Sterker nog: ik kende deze hele kroeg niet. Ik was er naar binnen gelopen omdat het plensde van de regen buiten en ik een droog onderkomen zocht. En hoewel het pas kwart voor drie was, had ik van al dat vocht buiten dorst gekregen.
Omdat de man achter de toog telkens mijn kant op keek, blijkbaar verlegen om een praatje, brak ik het ijs. 'Wie was Henk?' vroeg ik. 'De vorige eigenaar', antwoordde hij kortaf en droogde wat glazen af. Ik knikte, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat de eigenaar van een kroeg aan deze kant van de bar zat.
'Je zult je wel afvragen waarom hij als eigenaar daar dan zat?', vroeg de barman. Deze man had op de kermis moeten staan als waarzegger, want dat was inderdaad de vraag die op mijn lippen brandde maar die ik niet durfde te vragen. 'Hij was zijn eigen beste klant' hield hij het kort. 'Doodgezopen?', vermoedde ik? 'Nee, van z'n kruk gelazerd', corrigeerde hij mij.
Met een kort 'mag ik afrekenen' probeerde ik deze onheilsplek zo snel mogelijk te kunnen verlaten, maar de barman stak daar een stokje voor en zette een derde biertje naast mijn nog halfvolle tweede. 'Hier', zei hij, 'omdat je de eerste bent die op Henk z'n plekkie durft te zitten sinds vorige week'.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...