Aan de voet van een beschadigde boom
liggen een verlepte roos, een opgebrand waxinelichtje,
een fotolijstje met daarin een door de zon verbleekte foto waarop rechts een jongen, links een meisje. Lachende, bruine gezichten.
Hun hoofden schuin tegen elkaar. Een strand ergens in het zuiden. Zij witte tanden, beetje zand nog op haar wangen. Hij stiekem twee vingers achter haar hoofd omhoog gestoken.
Daar beloofde hij nooit meer bij haar weg te gaan.
liggen een verlepte roos, een opgebrand waxinelichtje,
een fotolijstje met daarin een door de zon verbleekte foto waarop rechts een jongen, links een meisje. Lachende, bruine gezichten.
Hun hoofden schuin tegen elkaar. Een strand ergens in het zuiden. Zij witte tanden, beetje zand nog op haar wangen. Hij stiekem twee vingers achter haar hoofd omhoog gestoken.
Daar beloofde hij nooit meer bij haar weg te gaan.
Reacties