Doorgaan naar hoofdcontent

Stoppelen.


Wat is dat toch, dat stoppelige baardje dat ik meer en meer om mij heen zie? Vroeger alleen bij mannen in mijn eigen reclamevak en dan nog alleen bij de creatieven. Tegenwoordig lijkt elke man zich een stoppeltje van één twee weken te kunnen permitteren. Mannen achter de kassa. Mijn tandarts. Mannen in de chique herenmodezaak. Accountants in pak. Ik zag laatst op TV een lid van het Koninklijk Huis dat zich drie, vier dagen niet geschoren had!
Het stoppelt behoorlijk in Nederland. In toenemende mate wel te verstaan. Is het de economische malaise die ons tot stoppelen aanzet? Spaart het per saldo zoveel uit aan elektriciteit, scheerschuim, -kwast en mes? Is het om onze masculaire kant zwaarder aan te zetten in een tijd dat vrouwen meer op mannen lijken en mannen vrouwelijker worden? Is het non-conformisme? Afzetgedrag? Bonobo-gedrag? Of misschien toch gemakzucht, ingegeven door een chronisch tijdsgebrek 's morgen in de badkamer?
Zelf stoppel ik bij tijd en wijle lustig mee. Ondanks commentaar thuis en de vraag 'of ik mij niet behoorlijk kan scheren?'. Natuurlijk kan ik dat, is mijn commentaar dan. Al vanaf mijn eerste donzige puberhaartjes op mijn bovenlip weet ik met een mesje om te gaan. Hoewel ik ruiterlijk toegeef dat ik destijds ook al probeerde te stoppelen. Met de nadruk op 'probeerde', want een beetje goeie stoppel, komt pas met de haren...eh...jaren.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...