Doorgaan naar hoofdcontent

151 euro.

Bij de PRAXIS. Terwijl ik een dopsleutelsetje van nog geen tien euro in mijn binnenzak frommel, valt mijn oog op een sticker. 'Wij rekenen af met winkeldieven' staat er te lezen. Dus toch!? Is het tegenwoordig zelfs in dit soort megastores niet meer mogelijk om ongehinderd proletarisch het mijne te kiezen? Kan een mens niet eens meer rustig en ontspannen zijn boodschappen doen, zonder altijd maar weer bij de kassa in zijn tas gekeken te worden op mogelijke smokkel van contrabande? Sinds wanneer is het openlijk bedreigen van klanten binnen de retail bon-ton geworden? Gaan wij in dit land zo met elkaar om? Is een ander toontje tegen onbetalende klanten, die altijd nog wel - net zo goed als betalende klanten - een stukje gezelligheid en levendigheid in de winkel brengen, hier niet meer op zijn plaats? Kan het allemaal iets beschaafder, ja?
En dan dat bedrag dat ze in rekening brengen als ze bij de kassa een kijkje in je binnenzakken nemen en daar toevallig een kleinigheid in aantreffen. 'Ah, u neemt een dopsleutelsetje van € 9,95 mee zonder te betalen? Dat is dan € 151,-!' Waar komt dat bedrag vandaan, vraag je je af als beschaafde dopsleutelliefhebber? Is het om te vieren dat PRAXIS gisteren zijn 151ste vestiging in Nederland geopend heeft? Omdat er misschien 151 medewerkers in deze vestiging werken die allemaal een taartje van € 1,- krijgen als er weer een boefje gevangen is? Is het om te onthouden dat ze bij het vangen van een boef direct Henk van de Afdeling Beveiliging moeten bellen op toestel 151? Nee, die € 151,- is ooit serieus bepaald door een rechter. Die vond dat een redelijk bedrag. En wat je vindt, moet je naar de politie brengen, zo luidt het spreekwoord. En wat je jat moet je gewoon afrekenen voor € 151,- bij de kassa, zo luidt de sticker. Best nog duur voor zo'n dopsleutelsetje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...