Als ik vroeger met mijn vader op zaterdag naar de visboer ging, mocht ik steevast een Zure Bom uitzoeken. Jawel, ik schrijf 'visboer', want zo heette die man toen. Als je nu iemand 'boer' noemt, is dat een belediging. Toen niet. Tegenwoordig heet de visboer: vistraiteur, visspecialist of visboetiek heb ik zelfs eens ergens gelezen. Goed, die Zure Bom, daar gaat het over. Als mijn vader aan mij vroeg: 'wil jij ook iets hebben?', wees ik de grote glazen pot met Zure Bommen aan. De visboer in kwestie pakte een tang, haalde het deksel van de pot en greep de eerste de beste Zure Bom. En dat deed hij zo week na week op deze manier.
FOUT!
Wat was hier fout aan? Wel, om mij de indruk te geven dat ik het aardigste jongetje was dat hij kende en ik voor hem (samen met mijn vader) een zeer speciale klant was, had hij moeten zeggen: 'Nou, dan ga ik eens kijken of ik de grootste Zure Bom uit deze pot kan halen.'
Maar nee, hij pakte maar wat. Maar net welk Zuur klein Bommetje er bovendreef, hij sloeg 'm aan de haak. Ik kreeg weleens de indruk dat hij het zelfs leuk vond mij te pesten met de kleinste Zure Bom uit de pot. Terwijl die dingen allemaal, groot of kleiner, toentertijd 50 cent waren.
Wat leerde ik hieruit? Dat je klanten altijd het beste, grootste, lekkerste en mooiste stuk op dat moment voorradig moet geven als de prijs per eenheid gelijk is. Elke klant wil namelijk zoveel mogelijk waar voor zijn geld. En door elke klant telkens 'de grootste Zure Bom' - of de meest volle zak patat, de fleurigste bos bloemen, de meest vers-ogende vis, de felste rode paprika, de meest verse krop sla, het knapperigste brood of de grootste krentenbol - te geven, zeg je tegen elke klant zonder woorden: klant, ik hou van jou!
FOUT!
Wat was hier fout aan? Wel, om mij de indruk te geven dat ik het aardigste jongetje was dat hij kende en ik voor hem (samen met mijn vader) een zeer speciale klant was, had hij moeten zeggen: 'Nou, dan ga ik eens kijken of ik de grootste Zure Bom uit deze pot kan halen.'
Maar nee, hij pakte maar wat. Maar net welk Zuur klein Bommetje er bovendreef, hij sloeg 'm aan de haak. Ik kreeg weleens de indruk dat hij het zelfs leuk vond mij te pesten met de kleinste Zure Bom uit de pot. Terwijl die dingen allemaal, groot of kleiner, toentertijd 50 cent waren.
Wat leerde ik hieruit? Dat je klanten altijd het beste, grootste, lekkerste en mooiste stuk op dat moment voorradig moet geven als de prijs per eenheid gelijk is. Elke klant wil namelijk zoveel mogelijk waar voor zijn geld. En door elke klant telkens 'de grootste Zure Bom' - of de meest volle zak patat, de fleurigste bos bloemen, de meest vers-ogende vis, de felste rode paprika, de meest verse krop sla, het knapperigste brood of de grootste krentenbol - te geven, zeg je tegen elke klant zonder woorden: klant, ik hou van jou!
Reacties