Doorgaan naar hoofdcontent

Kansen voor Akropolis.

In de krant stond gisteren een paginagrote oproep van 'een groep vooraanstaande Griekse zakenmensen'. Zij riepen de lezer op 'Griekenland een kans te geven'. Grieken zijn, zo schrijven zij, hardwerkende burgers die trouw hun belastingen betalen en Europeanen die een constructieve rol willen spelen binnen Europa. Of dat over die belastingen waar is, weet ik niet, want ik heb wel eens gehoord van mensen die er meer verstand van hebben dan ik, dat 1 op de 10 Grieken geen belasting betaalt.
Wat betreft die constructieve rol die de Grieken willen spelen, zie ik zeer zeker kansen voor de Grieken. In dit licht sluit ik mij graag aan (zonder overigens zelf enige pretentie te hebben vooraanstaand te zijn...) bij die groep vooraanstaande zakenmensen en wil ik elke Griek aanmoedigen constructief de toekomst in te gaan!

Waar de kansen liggen? Nou, neem bijvoorbeeld Restaurant Akropolis. Al jaren gevestigd in mijn woonplaats. Het wordt uitgebaat door de 61-jarige Aris Nikos. Een wat stille Griek met een - bijna - wit voorschoot en een dito snor. Sinds de feestelijke opening in 1971 ontvangt hij zijn gasten in dezelfde ambiance, met dezelfde tafels en stoelen, met dezelfde blauw-wit-geblokte tafelkleedjes, in dezelfde krappe nisjes, met dezelfde witgepleisterde rondbogen aan het plafond, met dezelfde glaasjes Ouzo die hij je presenteert met altijd hetzelfde zinnetje: 'dees ies van de huis', met dezelfde witte beelden van de Venus van Milo en nog zo'n bloterik met een discus in zijn hand, met dezelfde blauwe en rode metalen wijnkannetjes op tafel (die altijd morsen als je uitschenkt), met dezelfde Akropolis-achtergrondmuziek en met dezelfde menukaart waarin de Souvlaki, de Mousaka, de Gemista en nog wat andere huisgemaakte specialiteiten zoals de Tzatziki, met vale fotootjes zijn afgebeeld. Voor diegenen die die laatste willen bestellen: hij staat op de kaart onder nummer 16.
Persoonlijk zie ik dus veel kansen voor Nikos. Constructieve kansen. Ik moedig hem graag aan het de komende tijd eens helemaal anders te gaan doen. Ouwe meuk eruit en helemaal fris opnieuw beginnen. Zouden meer Grieken moeten doen. Maar dan moeten ze natuurlijk wel zelf willen...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...