Doorgaan naar hoofdcontent

Rennie.


Tijdje niks van René Froger gehoord. Ook van Natas trouwens niet. Nou moet ik toegeven dat ik de Frogertjes niet op de voet volg, maar toch. Tot gisteren. Toen dook René opeens op. Ik noem hem tegenwoordig Rennie Froger, omdat hij door zijn zwaarlijvigheid in elke zin een zuuroprisping krijgt. Ik zag hem niet zingend met twee andere blauwe glitterjasjes in de ArenA of zichzelf schorschreeuwend in een TV-commercial van een telecomaanbieder, nee, het was in de lawine van nieuwsberichten rond onze ski-prins dat Rennie ook zijn duit in het zakje deed bij RTL Boulevard.
Hij zei dat hij de prins niet kent als roekeloos of onverantwoord en dat ze elkaar altijd vriendelijk gedag zeggen als hij en Natas in Lech zijn om daar, met een beetje mazzel, het Journaille tegen het lijf te lopen dat daar in eerste instantie voor de Oranjes aanwezig is. Pikken de Frogertjes toch even mooi hun publiciteitsmomentje mee, niet? Dus Rennie zegt de prins af en toe gedag en weet dan dat hij niet roekeloos is. Knap.
En vervolgens wenst Rennie 'iedereen veel sterkte in deze moeilijke tijd'. En dat is in deze schrale economische tijd waarin de Carnaval niet meer is wat het geweest is, een welgemeende, warme wens van onze Bolle Jan de Tweede. Alaaf!
Het ontbrak er jammer genoeg aan dat Rennie - in de camera kijkend met zijn duimpje omhoog en dat éne bekende oogje van hem zo half dichtgeknepen - onze prins een hart onder de riem stak met een welgemeend 'hé ouwe pik, we gaan elkaar weer snel zien!' Die René.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...