Vannacht gedroomd dat ik in de 100 meter finale heren zat. Baan 3. Tussen de heren Blake en Bolt in. Toen de stadionspreker mij voorstelde en de camera mij close in beeld nam, stak ik mijn wijs- en middelvinger in mijn neus, ten teken dat ik dit klusje wel even zou klaren. Net toen we de startblokken voor de start instapten, gooide een mallotige Aziaat vanaf de tribune een leeg flesje mijn kant op. Zulke dingen moet je bij mij niet doen. Ik onderbrak mijn voorbereiding en gaf de man een ferme draai om zijn oren. Pats! De bijval in het stadion was groot. In feite kon ik deze wedstrijd niet meer verliezen. Tenminste... dat dacht ik. Want toen er opeens vier Nederlandse springruiters in oranje jasjes de baan opdraafden met in hun slipstream een bootje uit de Finn-klasse waarin een huilende jongen zat, werd het ook mij even te machtig. Was dit een tafereel van Jeroen Bosch? Nee, dit waren de gekste Spelen ooit!
Maar goed, die 100 meter moest nog wel even gelopen worden. Dus wij weer in de startblokken. Komt er uit het niets en tot ieders verbazing een honderdvijftig kilo-wegende kogelstootster uit Kazachstan voor mij staan die mij vol op de bek kust! Gadver! En die Blake en Bolt links en rechts van mij maar lachen met hun witte tanden. Ik was er helemaal klaar mee. Ik baande mij een pad door de mensenmassa, duwde de stadionspreker opzij, pakte zijn microfoon en heb deze 27e zomerspelen in twee zinnen voor gesloten verklaard. Uiteraard heb ik in mijn weglopen naar de kleedkamer de kroonprins en zijn vrouw nog een handje gegeven en vervolgens heb ik het Olympisch Vuur uitgeblazen. Dat laatste viel nog niet mee, want met de gasdruk is niks mis in Londen. Net toen ik een woedende duizendkoppige menigte achter mij ontwaarde en van mij probeerde af te slaan, ging mijn wekker. En dan begin je zo'n dag toch een beetje met een slechte start...
Reacties