Doorgaan naar hoofdcontent

Inside the box-denken!


Het vak copywriter trekt vele jongeren nog altijd aan. Ook al is de spoeling dun qua opdrachten en is het vak de laatste jaren drastisch veranderd. Waar je vroeger als copywriter schreef voor 'printed matter' en RTV (radio en televisie), is het nu vooral het internet dat de klok slaat. 
Mede daardoor zijn veel copywriters 'SEO-tekstinvullers' geworden. Contentschrijvers. Vakkenvullers.
Ze bedenken voor hun opdrachtgevers sleutelwoorden waarop de klant op het internet beter gevonden wordt. Ik verafschuw dat soort schrijverij; het heeft namelijk niets te maken met het vak copywriting. Copywriting is volgens mij schrijven in dienst van de marketing met als doel te verkopen. 

Om met je tekstwerk diensten en producten te kunnen verkopen heb je andere skills nodig. Je moet op de eerste plaats een verkoper zijn. Maar ook beetje een psycholoog. Een klein beetje leraar Nederlands en je moet beschikken over een grote dosis mensenkennis. Daarnaast moet je creatief zijn met taal. Je moet kunnen schrijven, schrappen, met woorden boetseren, beetje erbij, beetje eraf, rust, chambreren, perfectioneren. O ja... en je moet nieuwsgierig zijn en alles willen weten van het product dat of de dienst die je aanprijst.

Af en toe word ik nog wel eens gevraagd voor een 'lesje Copywriting'. 
Ik sta dan oog in oog met jonge mensen die denken dat alles valt of staat met 'out of the box'-denken. Een vreemd fenomeen van deze tijd, dat 'buiten de gebaande paden'-denken. Alles moet tegenwoordig 'out of the box' zijn. Nou, ben ik van mening dat 'out of the box'-denken geweldig goed en waardevol is, maar dat het van nét zo groot belang is dat creatieve mensen en cursisten van een concept en copy cursus weten wat de beperkingen zijn; de 'do not's' en 'die Beschränkungen'. 
Daarmee bedoel ik beperkingen in budget, formaat, kleurgebruik, materiaalgebruik, mediakeuze, executie, deadline, doelgroep. Als je iets niet mag of kan, is het veel moeilijker dan wanneer de ‘sky the limit’ is. Het 'down to earth'-denken is zo essentieel en het 'kijk mij eens creatief zijn-denken' (waar beginnende creatieven zo dol op zijn) dient absoluut op het tweede plan te staan. Ik pleit voor meer Inside the box-denken!

Een klein voorbeeld in dit licht: ik vroeg onlangs aan mijn cursisten (creatieve teams) een placemat te ontwikkelen voor een bestaand restaurant. Ik gaf ze de opdracht zoals ik die diezelfde middag van mijn klant gekregen had. Van de 6 teams waren er 4 die zich niet aan de opdracht hielden. Maar dan ook totaal niet. Ze dachten te scoren met 'out of the box'. Terwijl mijn opdracht heel duidelijk gesteld was. Toch waren ze niet in staat om een 1) een vaststaand formaat placemat met 2) een vaststaande tweekleurendruk te bedenken die aansloot bij de briefing!
Niet alleen dachten zij zó ‘out of the box’ (ik noem het eigenwijs), zij hadden ook geen alternatief achter de hand in het geval de klant 'nee' zou zeggen tegen hun idee. 

Ik durf te zeggen dat de belangrijkste eigenschap van creatieven in de reclame/communicatie ‘salesmenship’ moet zijn. En niet creativiteit en originaliteit. Nee, die twee laatstgenoemde zijn ‘de pap’; verkooptalent is het zout. En zout, u weet het, was vroeger een betaalmiddel. En daar draait het allemaal om. Juist nu!
 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...