Doorgaan naar hoofdcontent

Rood potlood.



Het was vandaag weer een heerlijke ervaring. Stemoproep in de hand, afgeven aan de commissie van vier achter de tafel, legitimatie erbij, dubbelcheck, goedgekeurd en ja hoor....daar stond ik met mijn maagdelijke stembiljet in een knus stemhokje met alle privacy die een stemmer zich kan wensen. Even met wat spuug de punt van het rode potlood natgemaakt en met vaste hand mijn keuze gemaakt. Stembiljet dichtgevouwen (zo'n soort zelfde klusje als het opvouwen van een ouderwetse wegenkaart) en het stembiljet in de gleuf gedaan. Zo, mijn landsplicht weer gedaan.
Maar toen ik terugliep naar huis, bedacht ik mij hoe triest het allemaal was. Hoe schamel. Hoe gedateerd. Uit de tijd. Een stemritueel dat het niveau van stemmen in een ontwikkelingsland als bijvoorbeeld Angola nog niet ontstijgt. Want ook daar gaat het er net zo aan toe. Net zoals trouwens in Botswana. En in Tanzania. Stemmen in het geciviliseerde Nederland gaat anno 2012 nog net zoals stemmen in de binnenlanden van donker Afrika. Terwijl wij in Nederland een computerpenetratiegraad van 107% hebben en dus geen mens zijn deur zou uitmoeten! Maar wij presteren het dat wij, onszelf moderne Europeanen noemend, met een papiertje (dat ons toegestuurd is per fysieke postbestelling) naar een bejaardenhuis in de buurt moeten, dat tijdelijk de naam districtskantoor 25 heeft gekregen en waar we met een potlood een papier moeten invullen en in een bus moeten deponeren. Het ontbrak er nog maar aan dat ik mijn wijsvinger in een potje met inkt moest dopen ten teken dat ik gestemd had. Mensen, dat kan volgend jaar toch anders?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...