Doorgaan naar hoofdcontent

Je moet mij niet vertellen wat ik wel en niet moet, ja...


Je kunt het beter niet doen, zeggen sommige mensen. Maar ik doe het lekker toch. En met regelmaat. Spijkers op laag water zoeken. Niet doen, wordt mij met klem geadviseerd. Maar ik zie het kwaad er niet van in. Ik zoek ze op de momenten en op de plekken die mij uitkomen.
Net zoals trouwens appels met peren vergelijken. Ook zo iets. Wordt mij ook ten zeerste afgeraden door anderen. Maar ik vind bij tijd en wijle niets leuker dan een goede James Grieve schouder aan schouder met een Conference handpeer te zetten en ze tot op het kleinste detail met elkaar te vergelijken. Qua vorm, steeltje, structuur, schil, kleur en geur en tenslotte op smaak. 
Nog zo één: ik moet niet teveel hooi op mijn vork nemen. Vooral niet doen, zeggen mensen om mij heen. Nou, ik kan je vertellen dat er niets leuker is dan in één keer een hele baal hooi he-le-maal op je vork te nemen en die, hup!, zo ver en zo hoog mogelijk boven je uit te tillen. Heerlijk! Wat een gevoel is dat! Laatst was er iemand die zei tegen mij dat ik een gegeven paard niet in z'n bek moest kijken. Ja, dat moet je nou net niet tegen mij zeggen. Het eerste het beste paard dat ik kon vinden heb ik zo verschrikkelijk diep in zijn bek gekeken dat het arme dier er nu nog pijn in zijn kaken van heeft. Kom op zeg, vertel mij wat ik wel en niet moet, ja...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...