Doorgaan naar hoofdcontent

WANNEER STOPT DIE ONZIN?



Met regelmaat kom je ze tegen op LinkedIn: 
die stompzinnige letterdiagrammen met daarboven de vraag gesteld
WELK WOORD ZIE JE HET EERST? 
Of in de internationale versie:
WHICH WORD DID YOU SEE FIRST?

Dat het zoekspelletje populair is bij internettende ambtenaren en bij 9-tot-5 medewerkers, dat blijkt aan de aantallen deelnemers. Het lijkt wel of elke LinkedIn-deelnemer die de lagere school heeft afgemaakt, zich geroepen voelt om via het wereldwijde web zijn of haar intelligente woordvondst wereldkundig te maken en te delen met zijn of haar relaties!

Zo lees ik dat Ahrend het woordje FUCK als eerste zag. 
Maaike ontdekte direct de lettercombinatie SMILE. 
En Henry zag BIG in één oogopslag.

In het geval van Ahrend is zijn woordvondst veelzeggend. Hij denkt de hele dag aan neuken. En Maaike? Dat is een onbedaarlijk lachebekje; maar dan in irritante zin. En Henry tenslotte, die heeft al jaren een eetobsessie. Logisch dat hij bij het zien van het letterdiagram direct koos voor BIG. 

Als het aan mij ligt (en dat ligt het in dit geval), gaan deze drie deelnemers niet door naar de volgende ronde. Waarmee ik bedoel dat ik ze per direct uit mijn LinkedIn-balboekje wip, omdat ze gewoonweg te dom zijn om van mijn relatienetwerk deel uit te mogen maken. 
BYE dus (stond er trouwens ook tussen...).

Nee, Ahrend, Maaike, Henry en al die 2.014 anderen die reageren op deze psychologische flauwekul... het eerste woord dat je zag stond pal voor je neus!
In het geval van de Nederlandstalige versie was het WELK en bij de Engelse variant stond het woord WHICH als eerste vermeld.
Is dat dan zo moeilijk? 
Voortaan eerst goed de opdracht lezen voordat je spontaan iets roeptoetert, ja?

Tot slot dan deze (om niet helemaal als azijnpisser over te komen):
HOE HEET KEIZER KAREL'S HOND?
Ik leg je de woorden in je mond...



Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...