Doorgaan naar hoofdcontent

Wanneer vertelde iemand je een goeie mop?





Wanneer vertelde iemand je... een goeie mop? Wanneer was dat? Gisteren? Vorige maand? Grote kans dat we het hier eerder over een tijdspanne van maanden of zelfs jaren hebben, dan over dagen. Want de mop is dood en begraven. Pleite is-ie, zou good old Max Tailleur zeggen (en voor degenen die deze naam niets zegt, gewoon even googlen). 

Waar is de mop gebleven, vroeg ik mij af toen ik 'm onlangs even hard nodig had. Het was zo'n moment waarop ik een lach even zo goed kon gebruiken. Een klein lachje was al genoeg geweest. Al was het maar om even niet te hoeven huilen.

Het had zo'n klein vraagmopje mogen zijn. Of zo'n 'o-ja-flauw-mopje'. Ook best. Of juist zo'n lange, waar je geen touw aan kunt vastknopen en die je nooit meer zelf kunt navertellen. Maakt niet uit. Gewoon een mop. Is dat teveel gevraagd als je er behoefte aan hebt?

Maar geen mop te bekennen. Nergens hoorde ik een hoopvol 'er was eens een ...'. Nergens een 'Bram en Moos gingen...'. In de verste uithoek geen 'komt een man met corona bij de dokter...'. Stil was het en het bleef stil. 

Zelfs toen ik op straat een werkkeet op wielen passeerde, met daarbuiten vier werklieden die stilletjes op anderhalve meter van elkaar hun sigaretten rookten en slurpend hun koffie dronken, hoorde ik geen mop. Terwijl ze vroeger dáár toch voor het oprapen lagen! Ik hoorde er zelfs niet ééntje die ik al kende. Nee, de moppen zijn op. Dag mop. Dag ouwe mop.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een hapje en een drankje...

Het is een heerlijke zin: wij nodigen u graag uit voor een hapje en een drankje. Hoe dikwijls heb ik die zin gelezen in uitnodigingen van zakelijke relaties? Hoe vaak schreven vrienden hem met zwierig handschrift in hun uitnodiging als er weer iets te vieren viel? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd. Kan het Hollandser? Kan het afgepaster? Uitgekleder? Minimaler? Een feestje, een receptie, een bijeenkomst met altijd weer dat hapje en dat drankje. Zo netjes. Zo keurig. Zo benepen. Je ziet jezelf al bij binnenkomst twee bonnetjes in de hand gedrukt krijgen. Eén voor een hapje. Eén voor een drankje. Maak er een dolle boel van! Als ik de zin nu weer zo lees in een uitnodiging van een chique automerk, houden mijn ogen even halt en mijmer ik. Zouden de Grieken, die het, laten we eerlijk zijn, momenteel niet makkelijk hebben, dat ook schrijven in hun uitnodigingen naar elkaar. "Kom je naar mijn Souvlaki-Party? Voor een hapje en een drankje wordt gezorgd." Ik denk het ni...

Geschiedenis kun je wel herschrijven...

In mijn kindertijd bestond er geen SinterklaasJournaal. Ik had één boekje over Sinterklaas. Zielig? Nee hoor. Ik was ermee zo gelukkig als een kind. Het werkje was uitgevoerd (heel modern voor die tijd) in gestanste vorm en met bladzijden van karton.  Voor mij was de wereld van Sinterklaas en Zwarte Piet ooit slechts zes pagina's groot. Zes kartonnetjes met korte versjes, drieregelige verhaaltjes en met vooral veel tot de verbeelding sprekende waterverftekeningen waar de romantiek van afspatte. Misschien heb ik het boekje wel duizend keer gelezen. Bekeken. Gedroomd. En telkens kreeg het verhaal nieuwe glans, nieuwe dimensies en nieuwe spanning. It's all in the mind. Soms betreur ik kinderen van nu. Ze worden overstelpt met informatie over Sinterklaas en Piet.  Ze krijgen elke dag een SinterklaasJournaal voorgeschoteld. Ze bezoeken speelfilms. Worden overladen met speciale TV-programma's en theatervoorstellingen. Om over de Sinterklaas-games en -apps nog maar te z...

Mongool

Zondagmiddag. Niks te doen. In een flits schoot het door mij heen. Voetballen! Er is voetballen op het plaatselijke sportcomplex. En al jaren nam ik mij voor om een keer een wedstrijd te gaan bekijken (maar het was er nog nooit van gekomen omdat een zondag nog zo saai kan zijn of er gebeurt wel wat). Fiets gepakt, richting voetbalveld. Kaartje gekocht (ik vond het veelbelovend dat ik moest betalen voor wat ik zou gaan zien) en mijn positie ingenomen langs het veld. Daar waren de mannen. Het voelde gelijk een beetje als mijn mannen, hoewel ik ze nog nooit had zien voetballen en er geen één van naam kende. Het ging er stevig aan toe. Eigenlijk niet anders dan op televisie. Douwen, trekken en vooral veel schelden. 'Hé Scheids!, hé Lijn! ben je blind? En zo meer. De meeste opmerkingen kwamen niet van de spelers zelf maar van de mannen rond het veld. Zoals de man naast mij. Hij was een Italiaanse Nederlander die geweldig mooi kon schelden. 'He Lijn! Godverdomme Mongool, kan jij niet...